Bescheiden overgangsjaar voor PNE Wind Group

© Belga

De koers van PNE Wind Group steeg dit jaar al met ruim 25 procent. Dit en volgend jaar worden wellicht overgangsjaren. We verwachten na de sterke periode een terugval van het aandeel.

Het Duitse windenergiebedrijf PNE Wind Group slaagde eind december 2016 ternauwernood in een deel van de portefeuille met operationele windparken die het sinds 2014 heeft opgebouwd, te verkopen. Die succesvolle verkoop was een voorwaarde om de winstdoelstelling voor de periode 2014 tot 2016 te halen. De Duitsers gooiden in 2014 het roer om door in plaats van onshorewindparken (op het land) per project te verkopen, die te bundelen in een portefeuille (IPP). Het doel was de IPP tegen eind 2016 op te bouwen tot een capaciteit van 150 megawatt en die in één pakket te verkopen tegen een hogere eenheidsprijs van 2,3 à 2,5 miljoen euro per megawatt.

De IPP bestond eind 2016 uit 142,5 megawatt (met een bijkomende optie op een nog niet goedgekeurd project van 10 megawatt), en werd voor 80 procent verkocht voor 103 miljoen euro – inclusief een schuldfinanciering van 330 miljoen euro, of 2,31 miljoen euro per megawatt – aan een energie- en infrastructuurfonds van Allianz. PNE is de komende jaren verzekerd van recurrente inkomsten door de productie van 20 procent van de IPP en de technische ondersteuning van alle parken.

De verkoop bezorgde PNE een recordjaar 2016, met een bedrijfswinst (ebit) van 97 miljoen euro. De cumulatieve ebit voor de periode 2014 tot 2016 kwam uit op 109,5 miljoen euro, aan de onderkant van de vooropgestelde vork van 110 à 130 miljoen euro. De balans verbeterde fors door de inkomsten uit de verkoop, met een kaspositie die op jaarbasis toenam van 86,1 miljoen naar 147,7 miljoen euro, terwijl de langetermijnschuld met 108,8 miljoen euro verminderde tot 128,7 miljoen. PNE beloonde zijn aandeelhouders met een speciaal brutodividend van 0,08 euro per aandeel boven op het reguliere brutodividend van 0,04 euro per aandeel.

Het vernieuwde management wil tegen 2019-2020 een nieuwe Europese portefeuille windparken opbouwen met een totaal vermogen tot 200 megawatt. PNE maakt zich zorgen over de ontwikkeling van de regelgeving in eigen land. Sinds 1 januari 2017 verloopt de toekenning van vergunningen voor onshoreprojecten via een veilingsysteem, ter vervanging van een verzekerd afnametarief (feed-in-tariff) dat tot nu werd gehanteerd. Het management verwacht daardoor dalende prijzen en marges. In de Verenigde Staten boekte PNE onlangs een eerste belangrijk succes, met de verkoop van een project van 80 megawatt door dochter WKN.

Op de offshoremarkt (ontwikkeling van windparken op zee) is er eveneens een gemengd beeld. Enerzijds boekte PNE vooruitgang met twee verkochte projecten – Borkum Riffgrund II (448 megawatt, positieve investeringsbeslissing door partner Dong en mijlpaalbetaling van 3,2 miljoen euro) en Gode Wind II (90 megawatt, planningstoelating eind 2016) – en met de verkoop van Atlantis I (584 megawatt) in januari voor 10 à 15 miljoen euro, plus latere mijlpaalbetalingen, aan het Zweedse Vattenfall. Anderzijds dreigt nieuwe Duitse wetgeving genaamd WindSeeG, die van kracht is sinds 1 januari 2017, de vijf offshoreprojecten die PNE nog in volledige eigendom heeft, niet langer levensvatbaar te maken. PNE verwacht een bescheiden overgangsjaar 2017 en mikt op een ebit tussen 0 en 15 miljoen euro.


Conclusie

Het aandeel van PNE Wind Group steeg dit jaar al met ruim 25 procent. Dit en volgend jaar worden wellicht overgangsjaren. We verwachten na de sterke periode een terugval van het aandeel en verlagen daarom het advies naar verkopen.

Advies: verkopen

Risico: gemiddeld

Rating: 3B

Munt: euro

Markt: Frankfurt

Beurskapitalisatie: 210 miljoen euro

K/w 2016: 3,1

Verwachte k/w 2017: 138

Koersverschil 12 maanden: +24%

Koersverschil sinds jaarbegin: +26%

Dividendrendement: 4,4%

Partner Content